Dag 81: Villar de Mazarife - Astorga

4 oktober 2017 - Astorga, Spanje


Het ontbijt wordt in deze albergue geserveerd door een oudere man met lange haren. Het is een prima ontbijt, met toast, boter en jam. Als we om zeven uur de deur uit stappen is het nog pikdonker. Er zou in dit dorp ook een bakker moeten zijn, want ik heb gisteren een bordje gezien met een pijl. We lopen wat donkere straatjes door, maar kunnen hem niet vinden. Dan maar op weg. Misschien vinden we vóór de lunch in een ander dorp nog wel een bakker. Gelukkig voor ons gaat de route de eerste 5,5 kilometer langs een weg. Er is nauwelijks autoverkeer. In het begin hebben we de hoofdlampjes nodig om te zien of we nog op de route zitten. Rianne is enthousiast vertrokken zonder trui aan, maar het is behoorlijk koud. Halverwege de lange rechte weg besluit ze alsnog haar trui maar aan te trekken.  In Villavante drinken we koffie met een stuk tortilla op een terrasje aan de route. Constant lopen er pelgrims langs. "Buen camino, buen camino, buen camino". Hoe vaak ik dat wel niet zeg op een dag. En je haalt elkaar steeds weer in, dus soms zeg je tien keer op een dag buen camino tegen dezelfde mensen. 
Uit de watertoren midden in het dorp stroomt water zo de put in de straat in. Er staat een man naast de open deur een sigaretje te roken en naar de waterval te kijken. Duidelijk geen Hansje Brinker. Zoals gebruikelijk in de ochtend zien we onze schaduw voor ons op de straat. We maken een kort filmpje van onze schaduwen. 
Bij het begin van Hospital de Órbigo staat ook een watertoren, maar wel een veel mooier exemplaar. Bij deze watertoren komen de twee alternatieve routes weer bij elkaar. Een vrouw die de andere route heeft gelopen zegt dat we de juiste keuze hebben gemaakt. De route langs de weg is heel saai en ze hadden een slechte ervaring in de albergue. Ik ga maar niet zeggen dat wij een mooie route en een fijne albergue hadden. Hospital heeft een prachtige oude brug midden in het dorp. In de supermarkt halen we spullen voor de lunch, die we verderop op een bankje opeten.  Vanochtend hebben we afgesproken dat we in ieder geval 21 km naar Santibáñez de Valdeiglesias lopen en dat we daar beslissen of we nog 12 kilometer verder lopen naar Astorga. In Santibáñez is het een dooie boel en het is nog vroeg in de middag als we daar aankomen. Dus we gaan toch maar verder, ondanks de hitte.
Na Santibáñez gaat de route behoorlijk omhoog naar Cruz del Valle. Pelgrims maken van zo'n kruis vaak een bijzondere plek door allerlei spullen achter te laten. Hier staat een soort aangeklede pop en allemaal stapel stenen, sommige met boodschappen erop.
De route gaat verder omhoog en omlaag door een bos. Totdat we ineens bij een soort oase komen. Rianne noemt het de "Love Shack". Er staat een kraampje met allerlei vruchtensappen en andere drankjes, vers fruit, noten, noem maar op. Een man met een baard en een gebruind ontbloot bovenlijf nodigt ons uit om te pakken waar we zin in hebben. Kost niks. Hij wil alleen maar blije mensen zien. Wat een prachtig initiatief weer. En hij heeft het allemaal ook zo mooi aangekleed. We chillen wat op een paar kussens. Pas als iemand vraagt of ze een foto van ons zal maken zien we de prachtige achtergrond. De vrouw die ons op de foto zet, en voor wij daarna op onze beurt ook weer een foto maken, blijkt later Johanna te heten en uit Duitsland te komen. Er arriveert een groepje fietsers met zware Amerikaanse accenten. Ze zijn zichtbaar ook onder de indruk van deze plaats en beginnen steentjes te zoeken om daarmee iets op de grond te schrijven of te tekenen. Zo draagt iedereen weer iets nieuws bij aan deze prachtige Love Shack
Maar we moeten toch maar weer verder in deze zinderende warmte. Bij het einde van de hoogvlakte staat weer een kruis. Met een prachtig uitzicht over de stad in het dal: Astorga. Johanna is er ook weer en weer maken we over en weer foto's. Voor Astorga ligt nog het dorpje San Justo de la Vega, waar ik alvast een biertje drink en Rianne, verstandig als ze is, een colaatje. Als tapas krijgen we er vette slappe lauwe frieten en koude aardappel/kaaskroketjes bij. Lekker is het zeker niet, maar op dit tijdstip van de dag eet ik werkelijk alles.
Vanaf dit terras blijkt dat een stad die je in de verte ziet liggen toch altijd verder weg is dan je denkt. We moeten nog een behoorlijk stuk over een pad in de zon langs oude fabrieksgebouwen en we moeten nog de spoorweg oversteken. Daarvoor hebben ze een speciale loop-/fietsbrug gemaakt. Wat een drama voor de pelgrim. Eerst moet je aan de ene kant van het spoor vijf keer op en neer lopen om boven te komen en dan aan de andere kant van het spoor als een soort oude knikkerbaan weer omlaag. Een pelgrim heeft met stift op de brug geschreven: "Love and peace to everyone, except the designer of this bridge." Ik snap het helemaal.
Als klap op de vuurpijl blijkt Astorga op een heuvel te liggen en moeten we nog een paar honderd meter steil omhoog. Het laatste stukje zelfs 22% omhoog, staat op de muur naast de weg geschreven. Gelukkig is zowat het eerste gebouw dat we daarna tegenkomen de municipal albergue. Bij binnenkomst klinkt er gregoriaanse muziek. We worden in groepen ingeschreven en vervolgens naar de slaapzalen gebracht. Wij mogen nog 4 trappen omhoog (een lift is er niet) maar dan is er een verrassing. Rianne en ik krijgen een kamer toegewezen met één stapelbed erin. Wellicht hebben ze bij de inschrijving gezien dat we na twee maanden nu pas net weer samen zijn en denken ze: laten we die maar apart leggen. 
Het biertje op het terras is na 33 kilometer in de zinderende hitte welverdiend. David, een van de fietsende Amerikanen van vanmiddag, komt nog even uit hun superdeluxe SPA Hotel gewandeld en daar maken we een praatje mee. Bij de supermarkt in de stad kopen we eieren, mayonnaise en kaas. Het voelt voor € 4,85 als luxe boodschappen doen. Dat wordt een lekkere lunch de komende dagen! Verder zijn we niet eens meer de energie om het bekende paleis van Gaudi en de kathedraal te bekijken. Daar lopen we morgenvroeg wel langs. 
Bij de ondergaande zon vinden we een mooi tafeltje op een terras op het plein, waar we helaas niet mogen eten. Dat wordt namelijk binnen geserveerd op de eerste verdieping. We hebben in ieder geval wel een mooi uitzicht op het plein. En lekker eten.
Op de valreep kook ik nog de eitjes in de drukke keuken beneden en daarna typ ik staand aan het stapelbed mijn blog, omdat ik in slaap val als ik op bed ga liggen. Wat zal ik lekker slapen.
 

https://www.relive.cc/view/1214873660

Foto’s