Dag 86: Vega de Valcarce - Linares

9 oktober 2017 - Linares, Spanje

Vanochtend eens geen koekjes als ontbijt. Maar gebakken eieren met spek. Kijk, dat is tenminste een ontbijt waar Nederlanders op kunnen wandelen. Meloensap erbij. Heerlijk.

We hebben van gisteravond nog behoorlijk wat groente over. En hoewel je overal moestuintjes ziet onderweg, krijgen we ‘s avonds bij het menu peregrino zelden een fatsoenlijke hoeveelheid groenten. Dus ook al moeten we vandaag weer een hele dag klimmen naar de bergkam van O’ Cebreiro, we sjouwen alles gewoon lekker mee.

We starten in de schemering. En het is koud. Op de geparkeerde auto’s ligt zelfs ijs. In het eerste gehucht dat we doorkomen kunnen we lekker binnen koffie drinken. Even een beetje opwarmen.

De kou is van korte duur. Als de weg vooral omhoog gaat krijg je het al snel warm. En vandaag is dat het geval. We beginnen op 627 meter hoogte en de top is vandaag op 1308 meter. 

Na een steil stukje klimmen staan we ineens voor een terras vol mede-pelgrims. Het is pas net na 10 uur in de ochtend. Toch zitten er al twee dames aan een groot glas witte wijn.

Nou, voor ons op dit uur alleen alcoholvrij.

De hele dag zien we grote rookpluimen boven de berg uit komen. We zien ook blushelicopters vliegen. Blijkbaar zijn er bosbranden. Hopelijk niet op onze route.

We worden geregeld ingehaald door paarden met mensen er bovenop. Het eerste paard met een local. En daaraan vastgebonden een tweede paard met een toerist. Even later komen de twee paarden en de local weer naar beneden. En zo nog een paar keer deze dag. Een eindje voor de top wandelen we over de grens met Galicië. De provincie waar Santiago ook in ligt.

Om een uur of half een bereiken we O’ Cebreiro. Een heel oud dorpje precies bovenop de bergkam. Aan de ene kant van het dorp kijk je het dal in waar wij vandaan komen. En 100 meter verderop kijk je het dal in waar wij heen gaan. 

Onder de pelgrims gaan geruchten dat de albergues allemaal al volgeboekt zijn. We komen steeds dichter bij Santiago, dus wordt het steeds drukker op de weg. Maar ook in de albergues. In Cebreiro is alles volgeboekt, maar gelukkig is het nog vroeg in de middag. Het is er bovendien zo‘n toeristische kermis, dat we besluiten om snel door te lopen. Ik neem nog een kijkje bij de albergue waar ik ruim 25 jaar geleden tijdens mijn fietspelgrimstocht heb  geslapen. Toen was deze albergue nog splinternieuw. De ingebouwde paardenboxen worden blijkbaar tegenwoordig nog zo weinig gebruikt dat ze ze hebben omgebouwd tot kasten.

De weg gaat nu lekker glooiend omlaag. Het eerstvolgende gehucht is Linares. Ze hebben er een grote, relatief nieuwe albergue. Het is nog wel vroeg, maar er is plaats voor ons in de herberg. Dus we besluiten te blijven.

Na het wassen van de kleren gaan we aan de overkant van de weg op het terras zitten. Daar treffen we ook weer de twee dames die ‘s ochtends al aan de wijn zaten. Met allebei, je raadt het al, een glas witte wijn. We kunnen het niet laten om er een opmerking over te maken. Ze zeggen dat ze maar twee drankjes lusten: koffie en witte wijn. ‘s Ochtends vroeg hebben ze al zoveel koffie op dat ze na 10 uur alleen nog maar witte wijn kunnen drinken. Het is een wonder dat ze die berg over gekomen zijn.

Rianne maakt voor de tweede dag op rij een groentenrijke maaltijd. Tot jaloezie van sommige medepelgrims. 

‘s Nachts is het onrustig, want een meisje heeft enorm last van jeuk. Waarschijnlijk bedwantsen opgelopen ergens in een van de albergues. Wij weten hoe het is want sinds Astorga vechten wij ook tegen deze beestjes. Ik heb er geen last van, maar Rianne heeft veel uitslag op haar armen. Destijds hielden wij dit zoveel mogelijk stil. Want je wilt niet geweigerd worden in een albergue omdat je die beestjes wellicht bij je hebt. Maar nu, na drie jaar, durf ik het wel te vertellen. Na veel slaapzakken wassen en met een zalfje tegen de jeuk zijn we er uiteindelijk goed doorheen gekomen, maar het heeft wel de nodige stress opgeleverd.

Morgen lekker weer verder Galicië in.

https://www.relive.cc/view/1222331853

Foto’s