Dag 76: Frómista - Calzadilla de la Cueza

29 september 2017 - Calzadilla de la Cueza, Spanje


Ik heb bewust niet gekozen voor het ontbijt in de albergue. Om de hoek is een koffiebarretje dat al vanaf half zeven open is. Goede koffie en een enorme pain au chocolat zijn mijn ontbijt voor vandaag. Ik start in het donker. Ik haal behoorlijk wat mensen in, maar ik hoor dat iemand schuin achter mij blijft lopen. Achter mij begint de hemel te kleuren. Als ik stop om een foto te maken van de prachtige lucht haalt die persoon mij in. Als ik weer verder loop zie ik dat het een vrouw is die precies hetzelfde tempo loopt. In Problación de Campos is er een keuzemogelijkheid. Er zijn gele pijlen in twee richtingen. Ik zie haar twijfelen en leg uit dat er een mooiere en rustigere alternatieve route langs de rivier is. Ik neem die route en ze loopt met me mee. We raken aan de praat. Ze is Duits en komt uit Wilhelmshafen helemaal in het noorden aan de kust. Ze is 24 jaar en kleuterjuf. Zoals zo vaak op de camino wisselen we over en weer hele levensverhalen uit om pas veel later te vragen naar haar naam. Ze heet Nina. 
Het alternatieve pad loopt niet door de dorpen, maar wel vlak er achter langs. Ik zie borden die de pelgrims proberen te lokken naar albergues in het dorp. Er is een albergue met tipi’s die we vanaf het pad zien liggen. Ik zeg tegen Nina dat ik zin heb in koffie. Zij heeft daar geen geld voor, maar ik trakteer. Het is een heel bijzondere plek. Er lopen ezels, ganzen en kippen over het terrein. Er klinkt reggaemuziek. De barman heeft een enorme kater van gisteravond of hij is nog stoned. In ieder geval kan hij geen enkele bestelling onthouden en gaat er van alles mis. Een jongen wordt gemasseerd door een Spaanse vrouw. Ik probeer het allemaal vast te leggen in een video. 
Als we weer willen vertrekken wil ook de zojuist gemasseerde jongen graag mee lopen. Hij blijkt ook Duits te zijn, en de reggaemuziek die over het terrein klinkt blijkt uit een speaker te komen die aan zijn rugzak hangt. Al met al duurt het zo lang dat ik besluit om maar alleen te vertrekken. Nina wacht op hem.
Als ik een stukje voorbij Villalcázar de Sirga ben, krijg ik een sms van John. Of ik die plaats al voorbij ben? Hij heeft iets voor me en hij is in dat dorp. Hoewel een pelgrim normaal gesproken nooit terug zal lopen, doe ik dat toch. Ik ontmoet John op het pleintje in het dorp. Amy en hij weten dat ik met Rianne volgende week ons 20-jarig huwelijk in Leon gaan vieren. Zij bieden ons als kado een overnachting aan in de Parador in Leon, dat sinds eeuwen al onderdak biedt aan pelgrims. Tegenwoordig zijn de paradors super chique hotels. Het is natuurlijk geweldig om zo’n kado te krijgen. “The camino provides”, is wat je hier overal hoort. De camino zorgt ervoor. Dat blijkt. Ik loop er graag een paar honderd meter voor terug.
Als ik weer terug kom op de route lopen Nina en de Duitse jongen met de muziek, die overigens Marco blijkt te heten, precies voor me. Ik sluit me bij hen aan en samen lopen we naar Carrión de los Condes. In het stadje raken we elkaar weer kwijt, want zij lopen een van de eerste barretjes binnen en ik ga nog even door naar het centrum. Op het pleintje drink ik een cola en ga ik even naar de farmacia voor tape. Sinds een paar dagen heb ik weer last van blaren op mijn hiel en de tape werkt prima om dat te voorkomen. Daarna loop ik het stadje uit over de middeleeuwse brug en ga ik bij het oude klooster aan een picknicktafel zitten lunchen. En moed verzamelen. Want vanaf hier is er 17 kilometer lang helemaal niets tot Calzadilla de Cueza. Helemaal niets. Geen dorpjes, geen drinkwater, niets. 
Als ik weer wil vertrekken komen Nina en Marco er ook net weer aan. Samen slaan we nog wat water in bij het allerlaatste tankstation en dan gaan we de oversteek wagen. Enerzijds zou ik zo’n stuk misschien wel graag in stilte met alleen mezelf willen overbruggen, maar het gezelschap van Nina en Marco en de constante muziek uit zijn speaker zorgen er wel voor dat de tijd sneller lijkt te gaan. 
Op mijn app kan ik zien hoe ver het dorp Calzadilla nog weg is. Als we het dorp naderen is dat heel vreemd. De weg is vlak, het is nog 2 kilometer en er is niets te zien. Zelfs als het volgens de app nog maar 300 meter is, is er nog geen dorp te bekennen. En dan gaat de weg ineens omlaag en zien we de twee albergues die dit dorp rijk is liggen. We worden verwezen naar gemeentelijke albergue en als we daar zijn ingecheckt is het eerst tijd voor een biertje en wat rust. Ruim 40 kilometer, waarvan 17 in de hitte door die kale vlakte, dat zuigt alle energie uit je lichaam.
‘s Avonds ga ik eten in het plaatselijke hotel. Ik kies een tafeltje voor mij alleen, want ik heb even niet zo’n behoefte om weer met allemaal nieuwe mensen kennis te maken. Als ik bijna klaar ben met eten staat ineens Max voor mijn neus. Hij is met Andrea pas laat in het dorp aangekomen. De albergues en het hotel zijn helemaal vol, maar de hotelbaas heeft voor hen een adres bij mensen in het dorp geregeld. Ook dan zorgt de camino blijkbaar voor je. Het blijft heel bijzonder allemaal.
Om 21.00 uur gaat de albergue dicht, dus ik moet opschieten. Gelukkig is de tuin van de albergue wel gewoon beschikbaar, dus ik kan fijn nog even wat typen aan mijn blog. Morgen weer verder!
 

https://www.relive.cc/view/1207246989

Foto’s

1 Reactie

  1. Elisabeth:
    10 oktober 2017
    Hola Martijn,
    Kijk weer met spanning uit naar het vervolg. De rest van mijn reactie gaf k al op Fb.
    Buen Camino